Date: Wed, 19 Aug 2020 09:03:25 +0200 From: nat vochtig Subject: vochtig tot nat 32 Zoveel leuke, geile verhalen, (voorr elk wat wils). Dat moet zeker blijven. Kijk op https://donate.nifty.org/donate.html om te zien hoe je daaraan mee kunt werken. VOCHTIG TOT NAT 32 TREINTJES Tjabe is jarig, hij wordt tien. Zijn moeder heeft een leuk feestje voorbereid maar, zoals zo vaak, moet ze plotseling weg voor de zaak, voor iets dat echt niet kan wachten. De jongens moeten zichzelf verder amuseren. Daar hebben John, Rudie, Marnix, Hans, Johan, Pieter, Ben, Raymond (die ze helemaal tegen de wil van diens moeder allemaal Ray noemen) en Tjabe zelf natuurlijk helemaal geen probleem mee. Ze gaan gewoon verder met het spelletje waar ze mee bezig waren. Als ze daarmee klaar zijn stelt Tjabe voor om maar met de treintjes van zijn vader te gaan spelen. Hij weet niet meer precies wat zijn moeder nu eigenlijk verder voor leuke dingen had verzonnen. Op zolder heeft Tjabes vader een enorm complex met een heleboel bergen, huisjes en alles wat daar verder bij hoort, treinen natuurlijk, wel tien verschillende. Ze drinken eerst nog een glas cola, natuurlijk met een zak chips erbij en dan gaan ze naar boven, met nog een paar flessen cola en meer chips en andere zoutjes. Tjabe legt uit hoe het werkt en dan krijgen ze allemaal een trein om te bedienen. Ze vinden het heel erg leuk. De meesten hebben zelf wel een elektrische trein maar zo'n uitgebreid emplacement is wel heel wat anders. Als ze nog een keer cola inschenken schiet het Tjabe te binnen dat zijn vader laatst een hele doos met kleine flesjes heeft meegebracht. Hij dacht dat die precies in de goederenwagentjes zouden passen. Dat had Tjabe al geprobeerd. En er gaan er inderdaad precies twee van in zo'n wagentje. Er mogen maar vier van die flesjes in een trein, anders wordt het te zwaar en trekt de locomotief het niet meer. Aan elke trein hangen ze nu één wagentje met flesjes. "Het is eigenlijk wel dom dat we met treinen met lege flesjes rondrijden", zegt Marnix, "er zou echt iets in moeten." "We kunnen ze met cola vullen", zegt Ben. Maar dat vinden ze allemaal zonde, die drinken ze liever op. "Dan doen we er toch water in", zegt John. "Maar dan moeten we helemaal naar beneden om ze te vullen", zegt Rudie. "Dat hoeft niet", zegt Tjabe, hiernaast bij de cv-ketel is wel een kraan. Maar ik heb een veel beter idee." Dat had hij al eerder bedacht, alleen voor zichzelf, maar hij had nog geen gelegenheid gehad om het ook uit te voeren. En nu met al zijn vrienden erbij zou het vast nog leuker zijn. "We plassen allemaal zo'n flesje vol." Het is even stil. En dan reageert de één na de ander dat ze dat best kunnen doen. "Er zijn tien treinen", zegt Tjabe, dus als we allemaal twee flesjes doen zijn we bijna vol." "Dan plassen we allemaal samen de laatste flesjes vol", probeert Marnix, "na elkaar natuurlijk." "Goed", zegt Tjabe, "wie begint er?" Ze kijken elkaar vol verwachting aan. Ze vinden het allemaal wel leuk om nou de eerste te zijn vinden ze eigenlijk wel weer een beetje griezelig. Je moet per slot van rekening wel gaan plassen terwijl iedereen kijkt. "Ik moet heel erg nodig", zegt Ben uiteindelijk, "Ik begin wel." "Jij moet wel heel vaak heel erg nodig hè", merkt Marnix op. "Ja maar gelukkig kan ik het heel lang en heel goed ophouden. Ik plas elke keer expres maar een beetje, dan moet ik gauw weer. Dat is gewoon een lekker gevoel en het is een nog veel lekkerder gevoel als je dan eindelijk kunt gaan plassen. Moeten jullie ook eens proberen. Het is echt de moeite waard. `Het is net zo lekker als seks' zegt mijn vader." "Dat vertelt hij aan jou", schampert John. "Nee, dat heb ik hem een keer aan mijn moeder horen vertellen, nadat hij al een uur lang in de auto had zitten klagen dat hij zo nodig moest. Maar nu moet ik wel heel gauw, anders doe het nog in mijn broek." "Is ook niet erg", zegt Marnix, `dat wil ik ook wel eens zien." "Als jij eerst in je broek plast." "Ik kijk wel uit, dan moet ik straks met een natte broek over straat." Inmiddels heeft Ben de rits van zijn gulp open gemaakt. Voor de gelegenheid probeert hij het maar eens door zijn gulp. Anders doet hij dat nooit omdat het best lastig is met zijn heel kleine piemeltje. Maar nu iedereen staat te kijken vindt hij het een beetje gênant om zijn broek helemaal te laten zakken. Hij probeert nog even om zijn garnaaltje (zo pieterig klein en dun is zijn piemeltje) door de gulp van zijn onderbroek heen te wurmen maar dat lukt echt niet, dus trekt hij die maar snel wel naar beneden. Als hij alle tijd had gehad zou hij het misschien wel langer hebben geprobeerd maar hij voelt aankomen dat hij dan met een natte onderbroek tegenover de acht anderen, die ademloos staan toe te kijken, staat. Snel stopt hij zijn piemel in het flesje, echt helemaal. Het gaat niet gemakkelijk maar hij past er, in de dikte (maar net een centimeter) net in. De bodem haalt hij niet, met zijn drie centimeter. Dan begint hij net zo te plassen als normaal op de wc: hij laat in één keer alles gaan. Maar dat had hij beter niet kunnen doen. Het flesje is meteen vol en door de kracht spuit het met geweld tussen zijn piemeltje en de hals van het flesje door. Zijn broek is meteen doornat aan de voorkant. Dan schiet, door de kracht, zijn piemeltje uit het flesje. "Hé", roept Tjabe, "ik weet niet of je het door hebt maar je staat op de grond te plassen." Met grote moeite kan Ben stoppen met plassen. Dan kijkt hij verbaasd naar het flesje in zijn hand. De andere beginnen heel hard te lachen. Er zit bijna niets in het flesje, terwijl het nog wel van de buitenkant en van zijn hand afdruipt. "Sorry hoor, ik moest zo vreselijk nodig." "Geeft niet hoor", zegt Tjabe, "ik ben wel gewend om zoiets op te ruimen als ik in bed heb geplast." Hij gaat naar de plaats waar de cv ketel staat en komt terug met een emmer en een dweil. Hij maakt alles weer schoon en droog. Gelukkig heeft Tjabes vader zeil laten leggen voor hij er met het emplacement is begonnen. Als er nog een houten vloer was geweest hadden ze vlekken gehad die er vast niet meer uit waren gegaan. Alles is weer droog, behalve Ben zijn broek dan. Die probeert hij uit te trekken. Maar die wil niet over zijn schoenen heen. Dus trekt hij die eerst maar uit. Dan lukt het met zijn broek wel en die legt hij op de verwarming om te drogen. "Maar nu moet er nog steeds iets in dat flesje." Ben laat zich niet kennen en probeert zijn piemeltje nu door de gulp van zijn onderbroek te krijgen. Dat valt helemaal niet mee doordat hij dat nooit zo doet en natuurlijk doordat dat piemeltje zo klein is. Hij is er een hele poos me bezig maar het wil niet lukken. "Doe je dat altijd zo", vraagt Marnix, "dan zal je wel heel vaak in je broek plassen. Als je altijd wacht tot je het bijna in je broek doet en het duurt zo lang voor je kan beginnen dan hou je het vast niet altijd droog." "Ik plas nooit in mijn broek", zegt Ben verontwaardigd, `ik heet geen Marnix." "Maar ik doe het expres en tegenwoordig maak ik echt alleen mijn onderbroek maar een beetje nat, ik doe het nooit meer in mijn broek. Vroeger soms wel, als ik niet meer kon stoppen maar dat was voor het laatst in groep drie." Inmiddels heeft Ben het zo voor elkaar dat het puntje van zijn piemeltje door de gulp naar buiten steekt, eigenlijk meer alleen het puntje van zijn voorhuid. Hij houdt het flesje er tegenaan en begint weer te plassen. Alleen gaat het weer een beetje te hard, waardoor er net zoveel uit het flesje terug komt als hij erin plast. Dus nu is zijn onderbroek ook aardig nat, zo rond de gulp. De anderen liggen in een deuk. "Zoveel laat ik nooit in één keer in mijn onderbroek gaan hoor", zegt Marnix, "je hebt echt van me gewonnen vandaag." Geïrriteerd trekt Ben zijn onderbroek nu maar uit en legt hem ook op de verwarming, naast zijn jeans. Ze hebben nu allemaal toch al wel gezien dat hij het kleinste piemeltje ter wereld heeft. Eerst wist eigenlijk alleen John dat maar. Het kan hem nu niets meer schelen. Maar niemand zegt er iets van, dus dat valt alweer mee. Toch wel een pak van zijn hart. Hij gaat nu in zijn blootje, nadat Tjabe de vloer weer droog heeft gemaakt, proberen het flesje vol te krijgen. Weer stopt hij zijn velletje een stukje in het flesje en hij plast, heel voorzichtig, een beetje. Er komt wel wat in het flesje maar een deel loopt er toch weer langs, doordat dat kleine stukje voorhuid er niet goed in blijft zitten. Het druppelt op de dweil die Tjabe voor alle zekerheid voor Ben zijn voeten had laten liggen. "Je moet je velletje terugtrekken", zegt Tjabe, "en dan van vlakbij heel voorzichtig plassen. Ik heb het geprobeerd toen mijn vader die flesjes meebracht. Bij mij ging het in het begin ook een paar keer mis." "Dus jij hebt al een vol flesje", zegt Hans teleurgesteld, die denkt dat hij nu niet te zien krijgt hoe Tjabe zo'n flesje vol plast. "Ik had een vol flesje, ik heb het weer leeg gegooid." Hans kijkt weer helemaal opgelucht. Hij kan dus toch zien hoe Tjabe dat doet. Uiteindelijk krijgt Ben, met zijn velletje teruggetrokken en zijn piepkleine eikeltje vlak boven de hals, het flesje vol. Dan pakt Tjabe een flesje en haalt het stopje eruit. Hij trekt eerst zijn schoenen uit, dan zijn broek. "Ik neem het risico niet dat mijn broek nat wordt, net als bij Ben." Als de anderen dat zien lijkt het hen ook wel zo verstandig en die beginnen ook maar vast hun schoenen uit te trekken. Tjabe trekt zijn onderbroek ook meteen maar uit. Zijn T-shirt is, net als dat van de anderen, niet zo lang dus dat zit niet in de weg en het loopt ook geen risico om nat te worden als er iets niet goed gaat. Dan trekt hij met zijn rechter hand zijn velletje helemaal terug. De rest kijkt gespannen toe. Tjabes piemel is iets dikker dan die van Ben. Hij zou net niet in zo'n flesje passen. En hij is ruim twee eikeltjes langer, zeg maar zo'n anderhalve centimeter. Met zijn linker hand houdt hij het flesje vlakbij zijn piemel en dan plast hij een heel klein beetje in het flesje en stopt weer even. Dat doet hij net zo lang tot het flesje helemaal vol is. Als hij zijn piemel los laat schiet het velletje meteen weer terug. "Je moet je velletje heel goed tegenhouden, anders schiet het terug en dan knoei je echt wel." Als het stopje er weer op zit krijgt hij applaus van de rest. Hij heeft geen druppel gemorst. "Wie volgt?" Marnix wil nu wel. Hij trekt zijn broek ook uit. De rest begint een beetje te gniffelen als ze zijn onderbroek zien. Maar niemand zegt iets, behalve Ben dan. "Plas je nog steeds in je broek? Je onderbroek is aardig geel van voren." "Ik plas niet in mijn broek. Af en toe laat ik expres een beetje in mijn broek lopen omdat het zo'n lekker gevoel is als je plasser en je ballen in een natte plek zitten. Dat deed ik vroeger, dat doe ik nu en dat zal ik waarschijnlijk altijd wel blijven doen. Ik kan het je echt aanraden, het is heus lekker." "Je kunt het maar lekker vinden. Maar nu ziet het er wel droog uit." "Daar kan ik zo verandering in brengen." Marnix gaat er even goed voor staan, zodat Ben goed kan zien wat er gebeurt, de anderen trouwens ook. Iedereen kijkt wat er gaat gebeuren. Dan ontstaat er ineens een natte plek, ongeveer midden in de verzameling gele vlekken. Marnix wrijft er even met zijn hand overheen. Hij kijkt er verlekkerd bij. Dan loopt er midden uit die natte plek ineens nog een straaltje op de grond. "Zie je wel dat je in je broek plast", roept Ben, "als je nu je jeans aan had gehad had er wel een flinke natte plek in gezeten." "Ja maar ik heb mijn jeans niet aan en dat laatste beetje deed ik expres. Je zag toch dat het eerst niet verder kwam dan mijn onderbroek. Tegenwoordig kan ik dat heel goed hoor. Dat laatste straaltje deed ik alleen maar speciaal voor jou." "Nou, ik vond het anders ook best een leuk gezicht", zegt Ray, "maar ik kan zoiets niet doen. Mijn moeder zou helemaal over de rooie gaan. Als er in mijn onderbroek maar iets zit wat een heel klein geel vlekje zou kunnen zijn krijg al op mijn kop. `onderbroeken zijn niet om in te plassen, Raymond' zegt ze dan." "Nou, mijn moeder is er wel aan gewend hoor, het is bij mij nooit anders geweest. En ze zijn elke keer weer helemaal wit en schoon als ze gewassen zijn hoor." Marnix haalt met zijn voet de dweil door het plasje dat op de grond is gelopen en trekt dan zijn onderbroek uit en gooit die op de grond, bij zijn broek en de kleren van Tjabe. Hij pakt een flesje uit de doos. Met zijn rechter hand trekt hij zijn voorhuid terug. Daar valt heel wat aan te trekken want die is duidelijk een stuk langer dan die van Ben en Tjabe. Hij moet hem dan ook heel goed vasthouden om ervoor te zorgen dat hij niet terugschiet over zijn eikeltje maar dat lukt prima. Met zijn linker hand houdt hij het flesje vlak bij zijn piemel en hij begint te plassen. Maar het gaat een beetje te hard. Er komt een hele straal terug uit het flesje. Die gaat over zijn handen. De dweil, waar hij nog boven staat, is meteen weer een beetje natter. Maar hij herstelt zich en plast het flesje nu heel voorzichtig vol. Hij wil het op de rand van het treinemplacement zetten. Maar daar steekt Tjabe een stokje voor. Het is nog nat en dan komen er vlekken op de treinbaan. Dat is niet de bedoeling. Zijn vader is er erg zuinig op. Tjabe pakt het flesje aan en droogt het af met de dweil. "We moeten later nog wel weten wat van wie is. Even wachten voor we verder gaan." Tjabe pakt uit een la een Dymo tang en maakt de namen `Ben', `Tjabe' en `Marnix' en plakt die op de flesjes. "Wie gaat er nu?" John wil nu wel. Ook hij trekt zijn broek en zijn onderbroek uit en gooit ze op de stapel waar alles van de rest ook al ligt. Dat wordt straks nog zoeken om iedereen in de juiste kleren naar huis te laten gaan. Hij trekt zijn velletje terug en houdt een flesje onder zijn piemel. Met heel kleine beetjes vult hij het flesje. Maar het gaat aan het eind niet meer zo gemakkelijk als in het begin want zijn piemel begint een beetje stijf te worden. Hij krijgt het flesje nog net vol voor zijn stijve piemel tegen zijn buik aan springt. Tjabe plakt weer een label op het flesje. "Ik ben benieuwd hoe jij straks het tweede flesje vol krijgt", zegt Rudie. "Dat zien we dan wel weer." Rudie is de volgende. Zijn jeans en zijn onderbroek komen op de stapel bij de rest. De anderen kijken verbaasd naar Rudies piemel. "Die is zo dik, dat lijkt wel een echte lul in plaats van een piemeltje en hij is overal even dik", zegt Ray. "Hij is bijna drie centimeter dik maar hij is echt niet langer dan die van Ben hoor dus ik vind het echt nog wel een piemel. Doordat hij zo kort is staat hij, net als die van Ben bijna rechtuit, ondersteund door zijn balletjes. Ook Rudie trekt zijn voorhuid terug. Zijn eikel is, naar verhouding erg groot. Die neemt wel twee derde van de hele lengte in beslag. Hij moet zijn voorhuid wel stevig vasthouden om te voorkomen dat die terug schiet, doordat er maar zo'n klein stukje piemel over is, zou dat heel makkelijk kunnen gebeuren. Rudie plast, met een heel dikke straal, in één keer het flesje vol en kan niet op tijd stoppen. Het gaat erlangs en over zijn handen en de rest druipt op de grond. Goed dat Tjabe die dweil heeft gehaald. De vloer is dus zo weer droog. Tjabe plakt ook hier weer de naam op. Als Rudie klaar is, is zijn piemel ook een stukje langer geworden. Dat komt doordat hij zijn ogen niet van Johns stijve piemel af kan houden. Die vindt hij zo mooi, precies het tegengestelde van die van hemzelf. Die zou hij wel eens en poosje vast willen houden. Dan bedenkt hij gelijk hoe hij dat voor elkaar kan krijgen zonder dat de anderen het raar zullen vinden. Nog even geduld. Ray is de volgende. Ook zijn broek belandt op de stapel. Als Ray zijn jeans heeft uitgetrokken houdt hij wel even zijn handen voor zijn onderbroek. Hij wil liever niet dat de anderen zien dat hij zo'n kinderachtig ding aan heeft met een zeilbootje op de voorkant. Daar schaamt hij zich een beetje voor maar zijn moeder koopt ze steeds weer omdat ze die zo `schattig' vindt. Maar om zijn onderbroek uit te krijgen moet hij toch zijn handen even verplaatsen. Gelukkig zegt niemand er wat van, ze letten meer op wat eruit zal komen dan op zijn onderbroek. Ray heeft duidelijk de langst van allemaal. De meesten wisten dat al wel, van de slaapfeestjes bij Tjabe. De tweelingen echter nog niet. Die roepen samen uit: "dat begint echt wel een beetje op een lul te lijken. Die is een stuk langer dan die van alle anderen." "Maar hij is nog wel erg dun hoor", zegt Hans ,"ik vind het meer een super piemel dan een lul." Daar is de rest het ook wel weer mee eens Hij is al wel behoorlijk lang, als hij zo slap over zijn balletjes naar beneden hangt, zeker acht centimeter. Dat is dus wel een centimeter langer dan bijvoorbeeld John zijn stijve. En dan is zijn heel lange voorhuid nog niet eens meegerekend. Maar John zijn stijve is wel een beetje dikker. Ray trekt zijn voorhuid terug maar dat lukt niet helemaal. Er zit nog steeds een klein tuutje op zijn piemel als hij, heel voorzicht, begint te plassen. "Doe je dat altijd zo zachtjes", vraagt Ben, die er zelf een sport van maakt om altijd een zo hard mogelijke straal te produceren. "Ik doe het altijd heel zachtjes, dan spettert het niet zo", zegt Ray, als zijn flesje vol is, "als ik in de wc spetter krijgt op mijn kop van mijn moeder." "Heeft die niets anders te doen dan controleren of je spettert bij het plassen en of er niets in je onderbroek is gekomen", vraagt Marnix, "ik ben wel blij dat mijn moeder niet zo moeilijk doet." "Ik had ook liever dat het anders was maar het is nu eenmaal zo, dus ik zal het ermee moeten doen." Er komt ook op Ray zijn flesje een etiket. Hans geeft even niet thuis als Tjabe vraagt wie als volgende gaat. Dus is de tweeling aan de beurt. Iedereen gaat er tenminste van uit dat zij het wel, zoals altijd met alles, met z'n tweeën zullen doen. En dat klopt. Er komen twee jeans broeken en twee onderbroeken bij op de stapel. Ze pakken allebei een flesje. Dat houden ze, tot ieders verbazing, niet onder hun eigen piemel maar onder die van de ander. Bij de heer en mevrouw van Dam kan je nu eenmaal alles verwachten. Ze schuiven elkaars voorhuid terug of ze dat elke dag doen. Dat is ook zo maar dat weten de anderen natuurlijk niet. Alleen blijft die, bij allebei, niet zo zitten. Ze schuiven meteen weer terug over de piepkleine eikeltjes en het lukt ze niet om ze met de hand teruggetrokken te houden. Pieter heeft de oplossing meteen door. Ze hebben allebei maar een klein tuutje aan hun velletje en het is nog dun ook, veel minder vlezig dan bij de naderen het geval is. Pieter doet de hals van het flesje over Johans voorhuid heen. Het tuutje verdwijnt er net in. Maar het eikeltje wil er niet verder in, zoals bij Ben wel het geval was. Diens eikeltje is dus duidelijk nog dunner dan die van de tweeling. Johan doet bij Pieter hetzelfde en dan beginnen ze allebei voorzichtig te plassen. Het lijkt wel of ze het elke dag doen, het gaat helemaal zonder morsen. Maar doordat ze aan elkaars piemel zitten wordt die heel langzaam een beetje groter. Als ze het flesje bijna vol hebben staan de piemeltjes recht uit. De voorhuidjes zitten onder bijna negentig graden in de hals van flesjes. En dat gaat natuurlijk niet goed. Die zijn te kort om die hoek te kunnen overbruggen. Als ze het laatste beetje in het flesje proberen te krijgen schiet bij allebei hun velletje uit het flesje. De piemeltjes zijn in één klap helemaal stijf en dus plassen met een flinke boog tegen elkaar aan. Ze stoppen wel direct met plassen maar ze hebben wel elkaars buik, tot boven de navel flink nat gemaakt. Het loopt langs hun benen naar beneden en de vloer is al zeker zo nat als toen het bij Ben mis ging. Iedereen schiet in de lach en Tjabe gaat meteen weer met zijn dweil aan de slag. Omdat ze behoorlijk nat zijn geworden pakken ze allebei gauw een onderbroek van de stapel om zich weer een beetje droog te maken. "Je hebt niet de mijne hè", roept Ray, die in gedachten al zijn onderbroek met vlekken erin voor zich ziet en zich voorstelt hoe zijn moeder daarop zal reageren. Ze kijken voor alle zekerheid allebei nog even maar ze hebben echt, voorzover ze dat kunnen nagaan tenminste (alle onderbroeken lijken wel erg op elkaar), hun eigen onderbroeken te pakken, en niet dat kinderachtige ding van Ray, met dat blauwe zeilbootje op de voorkant. Ray is allang blij. Nu is Hans toch echt aan de beurt. Hij heeft geen smoes meer om het verder uit te stellen. De anderen dachten al dat hij eigenlijk niet durfde. Maar dat was toch niet het geval. Hij trekt zijn broek uit en gooit die op de stapel. Met zijn onderbroek twijfelt hij nog even. Hij doet hem steeds een klein stukje naar beneden. "Het is geen striptease", zegt Ben, `je kunt hem gewoon uit trekken hoor, of moeten we er een muziekje bij opzetten." Dan doet hij met een ruk zijn onderbroek naar beneden, stapt eruit en gooit hem ook op de stapel bij de andere kleren. Iedereen heeft gespannen toegekeken, door de manier waarop Hans zich presenteerde. De monden vallen open van verbazing. "Dat lijkt echt wel een lul", zegt Tjabe. "Maar hij heeft niet de dikste", zegt Rudie. "En ook niet de langste", zegt Ray. "Toch lijkt het wel echt een lul en geen piemel meer", zegt Tjabe. "Ik denk dat het komt doordat hij overal even dik is, ook zijn eikel, en doordat hij geen puntvelletje heeft", zegt John. "Is hij altijd zo geweest", vraagt Marnix. "Nee hoor eerst was hij net zoiets als van jullie allemaal, nou, behalve die van Rudie dan. Maar de laatste maand of zo is hij heel hard gegroeid." Ze zijn allemaal eigenlijk wel een beetje jaloers maar ze doen hun best om het niet te laten blijken. Maar nu moet het er toch een beetje snel van komen want Hans voelt aankomen dat er iets in die slappe lul van hem begint te groeien, zo meteen heeft hij een stijve en dan lukt het niet meer zo makkelijk. Hij zet zijn eikel tegen een flesje aan en begint voorzichtig te plassen. Het gaat goed, tot hij denkt het extra veilig te doen door zijn voorhuid om de hals van het flesje te schuiven. Nu kan hij niet meer zien wat hij doet en vlak voor het flesje vol is verschuift zijn plasspleetje een beetje. Dat komt natuurlijk ook doordat zijn lul stijf aan het worden is en omhoog wil komen. Er loopt een straaltje op de grond, tussen het flesje en zijn voorhuid door. Maar het flesje is wel vol. Tjabe kan weer even aan de slag met zijn dweil. "We zijn klaar", zegt Hans. "Nee, dat klopt niet", zegt Tjabe, "ik heb van de eerste ronde nog één flesje over. We moeten elk twee flesjes doen, heb ik gezegd. Maar dan klopt het nog steeds niet want ik heb nu nog tien flesjes over." "John is nog niet geweest", zegt Ben na even nadenken. John heeft zich in een hoekje een beetje onzichtbaar gemaakt. "Durf je niet", vraagt Ben. "Nee, ik kan niet." "Hoezo, kan niet?" "Ik heb een stijve." "Die hebben we allemaal, kijk maar." En inderdaad lopen er nu acht jongens rond met stijve plassers, piemels en een `bijna echte lul'. "Ja, maar jullie hebben al geplast." "Wat is dan het probleem." "Nou, kijk maar." John trekt zijn broek uit en zijn onderbroek en gooit ze allebei op de stapel. Ze bekijken John zij stijve piemel eens goed. Die staat bijna tegen zijn buik aan. "Dan duw je hem toch gewoon naar beneden." `Dat gaat nu juist niet", zegt John en hij probeert het stijve ding een beetje naar voren te duwen. Maar verder dan een of twee centimeter lukt echt niet. "Zo kan ik toch nooit in zo'n flesje pissen?" "Dat probleem hebben er zo wel meer, bij het tweede flesje, zo te zien", zegt Tjabe. "Dan verzinnen we daar maar wat op", zegt Rudie, voor John weet ik het wel. Jij bent toch heel goed in gymnastiek? Je gaat gewoon op je handen staan en dan hou ik het flesje er wel onder." "Okay", zegt John, `maar los gaat het vast niet goed, dan beweeg ik te veel. Ik ga wel tegen die deur aan staan." Hij voegt de daad bij het woord maar zijn T-shirt valt over zijn hoofd heen en hij vindt het niet fijn dat hij niets meer kan zien. Dus trekt hij dat eerst even uit en probeert het opnieuw. Als hij stevig staat komt Rudie met een flesje. Die was helemaal niet van plan om het flesje zo maar onder Johns stijve pikkie te houden. Hij laat zich de kans niet ontgaan het even stevig beet te pakken, en de voorhuid goed terug te schuiven, zodat het eikeltje helemaal in zicht komt. Voor hij het flesje op zijn plaats brengt schuift hij de voorhuid eerst nog een paar keer op en neer. Er gaat een siddering door John heen. Het is lekker als hij dat zelf doet maar hij vindt het nog veel lekkerder nu iemand anders het doet. Dan houdt Rudie het flesje vlak onder Johns eikeltje. "Wat mij betreft kan je beginnen." Heel voorzichtig laat John een beetje lopen. "Is het al vol?" "Nee, dat moet je nog wel een paar keer doen voor het vol is." John laat nog een paar keer een beetje los en dan is het flesje bijna vol. Rudie zegt niets want hij wil het wel echt helemaal vol hebben. "Nog één keer", zegt Rudie, die zeker weet dat het er dan langs zal lopen maar dat wil hij juist. "Ho." John knijpt meteen af maar het flesje loopt al over en Rudies hand is aardig nat. Rudie trekt John zijn voorhuid nog een paar keer op en neer en haalt dan zijn tong langs het velletje van John zijn stijve piemel om de laatste druppel eraf te likken. Terwijl John weer op zijn voeten terecht komt likt Rudie zijn hand nog even af. "Je had beter meteen twee flesjes kunnen vullen", zegt Tjabe, "nu moet je nog een keer op je handen gaan staan. Ga nog maar een keer, dan hou ik het flesje er nu wel onder." Rudie is wel een beetje teleurgesteld dat hij het niet nog een keer kan doen maar hij vindt het toch ook wel leuk om te kijken hoe Tjabe dat doet. Die heeft goed gekeken wat Rudie deed en zo doet hij het ook. Het maakt John niet zo veel uit of Rudie of Tjabe nu aan zijn stijve piemel zit, het blijft een lekker gevoel. Voor hem mag het nog wel even zo doorgaan maar dan zegt Tjabe dat hij kan beginnen. John maakt het flesje nu in een keer bijna vol. "Nog een klein beetje." John plast expres een beetje meer dan daarnet bij Rudie. Hij wil wel eens kijken hoe Tjabe daarop reageert. Tjabe laat zich niet kennen. Hij zet het flesje eerst neer, houdt Johns voorhuid goed teruggetrokken en likt dan een paar keer langs het eikeltje. John heeft daar geen enkel bezwaar tegen. Dat voelt nog lekkerder dan toen Rudie zijn velletje aflikte. Tjabe trekt nog even aan Johns stijve pikkie en dan gaat hij weer aan de slag met de flesjes en etiketjes. Inmiddels hebben ze allemaal ook hun T-shirt uitgetrokken dus nu lopen er negen blote jongens met stijve plassers, piemels en `bijna lullen' rond. Ze willen allemaal wel even aan alle stijve piemels zitten. Dus wordt het een behoorlijk gewriemel. Alleen Ben houdt zich een beetje afzijdig. Die schaamt zich er wel een beetje voor dat hij het allerkleinste piemeltje heeft van de hele groep. Dat is hij niet gewend want met alle andere dingen is hij altijd haantje de voorste. Maar hij is ook nog wat van plan. Hij moet inmiddels, van alle cola, al weer aardig nodig plassen en dat wil hij nu eens op een heel andere manier kwijt dan normaal. Als de anderen druk bezig zijn met elkaar spit hij even rond in de stapel met kleren en haalt alle onderbroeken eruit. Die van Marnix valt het meest op, door de sterk afwijkende kleur van de voorkant. Die trekt hij al eerste aan. Hij zit wel een beetje krap maar dat zal bij alle onderbroeken wel het geval zijn; hij is nu eenmaal een beetje forser gebouwd dan de rest. Zijn stijve mini piemeltje zit recht naar boven. Dat ging zo met aantrekken en zo blijft het ook zitten. Als hij zich ontspant begint hij meteen te plassen, zo nodig moest hij inmiddels al weer. Het spuit een aardig stukje naar boven, maakt daar een grote natte plek, op een plaats waar het helemaal nog niet geel is. Natuurlijk loopt het meteen verder naar beneden. Als hij het nat genoeg vindt stopt hij. Er druipt weliswaar nog wat op de grond maar een kniesoor die daar op let. De natte onderbroek gooit hij terug op de stapel. De volgende kan hij helemaal niet aantrekken, die is echt te klein. Die zal dus wel van Tjabe zijn. Er zitten al wel een paar gele vlekken in, dus dat klopt wel, Tjabe plast ook nooit zo erg netjes. Hij houdt de voorkant van Tjabes onderbroek tegen zijn piemeltje en laat er een flinke straal in lopen. Ook die gaat weer op de stapel met kleren. De volgende exemplaren kan hij steeds net wel aan om ze nat te maken. Dat voelt toch wel een stuk echter dan in dat kleine broekje van Tjabe, dat hij om zijn piemeltje moest vouwen. Hij voorziet ze één voor één van een flinke natte plek. Hij moet er nu nog eentje, dat kinderachtige ding van Ray heeft hij tot het laatst bewaard. Net als er een natte plek in begint te komen heeft Ray het in de gaten. "Hé, stop. Niet doen. Ik krijg gigantisch op mijn kop van mijn moeder." Maar Ben luistert niet en gaat gewoon door. "Dat zeilbootje van jou stond helemaal droog en dat vinden zeilbootjes niet leuk. Nu drijft hij tenminste op iets nats." Ben kijkt even naar het resultaat en ziet dat ook het zeiltje nat is geworden. "Dat komt doordat mijn lul omhoog zit." Het huilen staat Ray nader dan het lachen. "Noem je dat een lul, dat kleine frutseltje van jou?" "Omdat je mijn piemel beledigt ga ik nog verder." Ben zet nog even wat extra kracht en er lopen nu een paar stralen uit Ray zijn onderbroek, op de grond. "Stop, idioot", roept Tjabe, "je hebt toch gehoord hoe moeilijk zijn moeder erover doet als een vlekje in zijn onderbroek zit? En jij plast hem helemaal nat." "Ik moest ik zo nodig, ik kon niet meer stoppen." "Maak dat de kat maar wijs. Als je nodig moet kan je toch gewoon naar de wc gaan!" Hans pakt Bens onderbroek, die nog op de verwarming ligt. Hij is inmiddels droog en er zitten, zoals te verwachten was, aardig wat vlekken rond de, eerder nooit gebruikte, gulp. Hij geeft hem aan Ray en zegt, "hier is Ben zijn onderbroek, doe je best. Terwijl Ray de onderbroek aantrekt legt Tjabe de dweil voor diens voeten neer. "Ga er voor alle zekerheid maar op staan, het zou wel eens een beetje nat kunnen worden. En die onderbroek van jou, dat regelen we zo wel even." Ray lacht inmiddels al weer een beetje door zijn tranen heen. Hij heeft er wel vertrouwen in dat Tjabe een list verzint. Rays piemel is van schrik helemaal slap geworden maar ook zo is het toch echt de langst van allemaal, nog een stukje langer dan de stijve van John. Ray trekt Bens onderbroek aan en terwijl hij daarmee bezig is begint zijn piemel alweer te groeien. "O, mijn plassertje komt al weer overeind." "Doe toch niet zo kinderachtig", zegt Rudie, "je hebt de langste van allemaal, zowel slap als stijf. Zoiets noem je toch geen plassertje." "Dat moet van mijn moeder. Als ik wat anders zeg wordt ze boos. Dat vindt ze vieze woorden." "Maak er dan tenminste `plasser' van", zegt Rudie, "dat is ook wel kinderachtig maar niet zo erg als `plassertje'. Ik vind dat je die van jou rustig met `lul' aan kunt spreken." "Mijn moeder blijft ter plekke dood als ik dat zeg maar `plasser' wil ik wel proberen." Inmiddels staat de stijve van Ray weer een aardig stukje omhoog, tegen de stof van Ben zijn onderbroek. Hij moet even een beetje persen, maar niet lang want hij moet eigenlijk ook wel aardig nodig. Er spuit een flinke straal door Ben zijn onderbroek heen, waardoor die meteen tot en met het elastiek goed nat is. Dat er ook wat op de grond loopt, daar kijkt niemand meer van op. Ray stopt pas als het tussen zijn benen naar beneden gaat druipen. Maar dan is de hele voorkant van Bens onderbroek ook wel goed nat. Hij trekt hem weer uit en legt hem op de stapel bij alle andere onderbroeken. Tjabe pakt Rays onderbroek en gebaart dat Ray met hem mee moet gaan. Ze gaan de cv-ruimte in waar Tjabe Ray zijn onderbroek onder de kraan houdt. En goed uitwast. "Het is nog niet opgedroogd", zegt Tjabe, `dus als we hem goed uitspoelen komen er geen vlekken in. Dan leggen we hem op de verwarming en dan is hij, denk ik, wel droog als je weer naar huis gaat." "Dankjewel", zegt Ray een beetje verlegen. "Niets te danken", zegt Tjabe, "ik doe het graag", en hij pakt Ray zijn piemel beet om er een beetje mee te spelen, "en dit doe ik ook graag." Ze hebben elkaars piemel beet en trekken de voorhuid op en neer. Die van Tjabe kan helemaal terug, zodat het hele eikeltje in zicht komt, die van Ray blijft altijd een stukje om zijn eikeltje zitten. Tjabe zet zijn vinger op het puntje van Ray zijn eikel en dan springt de lange voorhuid terug, zodat Tjabes vinger er ook in zit. Hij gaat een poosje heen weer en dan zegt Ray, "ik geloof dat ik zo weer ga plassen." Ze staan bij de lage gootsteen, dus dat is geen probleem. Er stroomt aardig wat in de gootsteen. Het loopt tussen Tjabes vinger en Rays voorhuid door. Als Ray een beetje slap in de benen wordt en erg begint te trillen houdt Tjabe maar op. "Ik viel, geloof ik, bijna om. Het was ook wel erg lekker. Zal ik het bij jou ook proberen?" Ray trekt Tjabes voorhuid terug en zet zijn vinger op het eikeltje. Dan schuift hij de voorhuid weer op zijn plek, zodat die ook om zijn vinger heen zit. Hij maakt dezelfde bewegingen als Tjabe bij hem deed. Het effect blijft niet uit. Tjabe begint bijna meteen te plassen. Alles loopt gelukkig ook bij hem direct in de gootsteen. Tjabe probeert het meteen ook weer op te houden want hij weet dat hij nog wat moet overhouden voor de rest van zijn plannetje. En dat lukt. Maar verder gebeurt er niets, zodat Ray na een paar minuten maar ophoudt. Ze gaan weer terug naar de anderen. Tjabe legt Rays onderbroek op de verwarming en gooit die van Ben, die daar inmiddels ook weer ligt, eraf. "Dat heb ik ook al een paar keer gedaan", zegt Hans, "ik vind dat Ben maar met een natte onderbroek naar huis moet, na wat hij heeft gedaan. Maar hij legt hem er elke keer weer op." "Dan zullen we er met z'n allen voor zorgen dat hij er elke keer weer af gaat ook", zegt Tjabe, "het is mijn feestje, dus ik bepaal wet er gebeurt." "Okay", zegt Ben, "ik ga wel met een zeiknatte onderbroek naar huis." Hij heeft wel door dat hij te ver is gegaan en dat hij zich beter even kalm kan houden. Daarmee is de kous dan voor iedereen af en gaan ze verder waar ze gebleven waren. In de tijd dat Tjabe en Ray weg waren hebben ze zich behoorlijk intensief bezig gehouden met elkaars stijve piemels, zodat die er niet slapper op zijn geworden, nou ja, behalve die Ben dan, die goed de pest in had over zijn natte onderbroek. Maar als ze allemaal weer even aan elkaar hebben zitten wriemelen staat ook dat garnaaltje weer recht vooruit. Gelukkig zijn ze geen van allen haatdragend. "John is de enige die al twee flesjes heeft gevuld", zegt Tjabe, "nu de rest nog. Wie begint er?" Ze hebben bijna allemaal zo hun twijfels of dat, met de piemels in die stand, wel zal gaan lukken. Maar Ben biedt zich spontaan aan. Hij heeft de grootste kans dat het zonder al te veel problemen gaat lukken. Zijn piemeltje staat, ook als hij op zijn stijfst is, recht vooruit en hij kan het dan nog wel een beetje naar beneden drukken. Deze keer trekt zij zijn velletje een beetje terug terwijl hij zijn piemel een stukje naar beneden duwt. Hij is voor alle zekerheid maar gelijk op de dweil gaan staan. Je weet maar nooit. En dat was maar goed ook want doordat hij het, zoals meestal met alles, nogal onbeheerst doet, kan hij niet op tijd stoppen en loopt het flesje over. Hij moet er zelfs nog wat uitgieten om ervoor te zorgen dat het stopje er weer op past. Hij geeft het flesje aan Tjabe. Dan pakt Rudie een flesje. Doordat zijn stijve, net als die van Ben, recht vooruit blijft staan, lukt het hem ook wel om het tweede flesje vol te krijgen. Maar dan komt de afdeling probleemgevallen. De stijve piemels van de rest staan allemaal schuin omhoog, weliswaar niet zo erg als die van John, maar toch ver genoeg om een probleem te vormen en dan krijg je natuurlijk niets in zo'n flesje, in ieder geval niet zonder heel erg te knoeien. Ze proberen allemaal een houding te vinden waarin het zou kunnen lukken. Hans denkt het als eerste door te hebben. Als hij zo ver mogelijk voorover buigt wijst zijn lul een beetje naar de grond. Het eerste beetje komt zo wel in het flesje maar dan lukt het niet meer. Dus resten er nog steeds zes jongens met een probleem. Tjabe denkt de oplossing te hebben. Hij heeft natuurlijk ook de tijd gehad om er vast over na te denken toen hij dit plan bedacht. Hij maakt drie groepjes van twee. Hij gaat zelf met Pieter, Johan en Marnix moeten samen en Ray met Hans. De tweeling begint meteen te klagen dat die samen willen maar Tjabe zet door. "Jullie moeten maar eens een keer iets niet samen doen." Tjabe gaat op zijn handen en knieën op de grond zitten, boven de dweil. "Pieter, jij pakt een flesje en houdt het onder mijn piemel en met je andere hand trek je mijn velletje terug en dan mik je met mijn piemel in het flesje want dat kan ik zo natuurlijk niet zelf." En verdraaid, het lukt het. Dan wisselen ze van positie. Tjabe probeert hetzelfde bij Pieter. Maar het gaat niet, Pieters piemel wil niet ver genoeg naar beneden om iets in het flesje te kunnen krijgen. "Stop maar", zegt Tjabe, "ik moet even wat anders verzinnen. Maar intussen kunnen Marnix en Johan het wel proberen." Marnix lukt het wel om op die manier, geholpen door Johan, zijn flesje vol te krijgen. Maar andersom lukt het natuurlijk, zoals al te verwachten was bij een tweeling, voor geen meter. Ray en Hans lukt het wel allebei. Die van Hans kan Ray net genoeg naar beneden drukken. Het dunne ding van Ray is niet zo flexibel maar als Hans hem zo ver mogelijk naar onderen drukt en dan de voorhuid tegen het flesje aan buigt lukt het niet. Natuurlijk wel met aardig wat geklieder maar daar nu echt niemand meer op. De dweil begint aardig doorweekt te raken. Tjabe spoelt hem eerst even uit en wringt hem zo goed mogelijk uit. Zo lukt het wel weer even. Inmiddels heeft hij een nieuw plan bedacht voor Johan en Pieter. Hij zet twee stoelen vlak bij elkaar. "Schiet je wel een beetje op", zegt Pieter, "ik moet zo nodig. Ik begin zo meteen vanzelf te plassen." "Ik kan het ook bijna niet meer ophouden, na al die cola", zegt Johan. "Ga dan maar gauw op je buik over die twee stoelen liggen", zegt Tjabe, "met je piemel ertussenin." Pieter gehoorzaamt. Tjabe gaat op zijn knieën naast de stoelen zitten. Pieters stijve wijst nu inderdaad voldoende naar de vloer om iets in het flesje te kunnen krijgen. Hij maakt Pieters eikeltje bloot en houdt het flesje eronder. Doordat Pieter zo nodig moet komt het er met grote kracht in, zodat het er meteen ook weer uit golft. Maar als na even de ergste druk er bij Pieter vanaf is komt er toch voldoende in het flesje. Maar dan houdt Johan het niet meer. Plotseling plast hij met een grote boog over Tjabe en Pieter heen, een paar seconden maar, dan kan hij het weer ophouden. De anderen barsten in lachen uit. Het was zo'n komisch gezicht. Tjabe en Pieter doen eerst mee als een boer die kiespijn heeft maar al gauw krijgen ze ook echt de slappe lach. Tjabe haalt gauw een handdoek uit zijn kamer en even later zijn ze weer droog. Dan gaat Johan over de stoelen liggen. Marnix helpt hem om het flesje te vullen en dat lukt vrijwel zonder morsen. Als alle etiketjes zijn geplakt en de flesjes op de goederenwagentjes zijn gezet blijft er nog één wagentje leeg. Ben weet de oplossing, `we maken nog twee flesjes vol waar iedereen in heeft geplast'. "Het is wel een goed idee", zegt John, "maar dat lukt natuurlijk nooit. Je hebt gezien hoe moeilijk het is om ieder zo'n flesje te laten vullen. We krijgen er nooit negen keer zo'n klein beetje in." "Dan weet ik wel iets", zegt Tjabe, "wacht maar even." Hij gaat weer naar beneden en komt even later terug met een heel grote maatbeker. Er gaat wel een paar liter in. "Die gebruikt mijn moeder als ze vruchtensap kookt." Ze hoeven nu niet meer van die moeilijke toeren uit te halen want ze kunnen gewoon in die maatkan plassen. Dat gaat een stuk gemakkelijk dan in zo'n klein flesje. John mag voor alle zekerheid als eerste. Tjabe houdt de kan voor hem. Maar als hij nu zou gaan plassen zou het er toch meteen aan de onderkant weer uitlopen. Dus gaat hij nu ook maar op de stoelen liggen. Die moeten wel een eindje verder uit elkaar worden gezet, want ook als John er op ligt staat zijn stijve pikkie nog steeds horizontaal. Dus moet Tjabe de kan bijna helemaal op zijn kant houden en anders past die niet tussen de stoelen in. Nu kan Tjabe hem zo houden dat alles er zonder problemen in loopt. Er zit een aardig laagje in als John uit geplast is. "Het lucht wel op, ik moest inmiddels ook wel weer erg nodig." Nu mogen eerst degenen die wel staand in de kan kunnen mikken, door hun piemel naar beneden te drukken of door de kan een beetje schuin te houden. Dat zijn Ben, Rudie, Marnix en Hans. De tweelingen, Tjabe en Ray gaan voor alle zekerheid maar op de stoel liggen. Er zit dan al zoveel in de kan dat ze hem niet meer heel erg schuin kunnen houden. Als ze allemaal zo'n beetje zijn uitgeplast zit er bijna anderhalve liter in de kan. Nu alleen nog die twee flesjes ermee vullen. Dat valt nog niet meer. Er gaat wel ongeveer evenveel naast als in de flesjes maar uiteindelijk lukt het. Tjabe vindt dat er toch een etiketje op moet, dus komt er `allemaal' op te staan. Als alle flesjes in de platte goederenwagentjes staan gaan ze nog een poosje met de treinen spelen. Ze kleden zich nog niet aan. Zo vinden ze het veel leuker. Eerst lopen ze allemaal nog met een stijve rond maar na een poosje zijn die zo'n beetje afgezakt. Na een tijdje hoort Tjabe plotseling de deur van de garage. Gelukkig maakt die nogal veel herrie. "Jongens mijn moeder is weer thuis. We hebben een paar minuten voor ze weer binnen is." Een beetje paniekerig storten ze zich allemaal op de stapel kleren. Ze moeten natuurlijk wel weer aangekleed zijn als Tjabes moeder boven komt. Ray heeft als eerste zijn onderbroek te pakken, logisch, want die hing als enige op de verwarming. Die is weer schoon en zelfs droog. Het voelt lekker warm als hij hem aantrekt. De rest is nog steeds op zoek naar de juiste onderbroek. Tja, wat voor een hadden ze vandaag ook alweer aan? Ze leggen ze allemaal op en rijtje. Van twee is het wel duidelijk: de kleinste is van Tjabe en de grootste (en natste) van Ben, dus nu liggen er nog zes. Tjabe heeft de zijne al aan . Die is nog wel een beetje vochtig van wat Ben ermee heeft gedaan, maar het is niet anders. Ben trekt de zijne aan, maar doet hem ook meteen weer uit. Veel te nat. Hij doet het wel zonder. Marnix vindt de zijne ook zonder veel problemen. Er is er maar één waarin, naast de natte plek van Ben, nog een boel gele vlekken te zien zijn. Hij trekt hem aan en voelt verlekkerd aan het nat waarin zijn piemel terecht komt. Die begint meteen weer een beetje te groeien. Er is nu nog keus uit vijf. Er zijn drie precies dezelfde. Dus daarvan moeten er in ieder geval twee van Johan en Pieter zijn. "Ik geloof dat ik er ook zo een aan had", zegt John. "Dan moet die van jou zijn", zeggen Johan en Pieter in koor, `want die ziet er het schoonste uit. De jouwe was echt helemaal wit, zonder ook maar één vlekje en deze twee zien er duidelijk gedragen uit. Weer drie jongens die in ieder geval al een onderbroek aan hebben. Er liggen er nu dus nog twee. Doe moeten dus van Hans en van Rudie zijn. Maar welke is nu van wie. Ze zijn heel verschillend maar ze hebben geen idee wat voor onderbroek ze die morgen hebben aangetrokken. Ze hebben zelfs geen idee of ze wel een onderbroek hebben, zoals deze eruit zien. Ze proberen nog te kijken naar de plek waar hun piemel moet zitten, maar doordat Hans al een flinke lul heeft en Rudie een erg dikke piemel zit er eigenlijk ook geen verschil in hoe de stof is uitgerekt. Het is bovendien niet meer zo goed te zien doordat Ben ze behoorlijk nat heeft gemaakt in het kruis. Ze besluiten er maar op goed geluk een te nemen en ze spreken af dat ze vanavond thuis deze zullen vergelijken met de schone onderbroeken in hun kast. Als ze dan geen andere vinden die er net zo uitziet als deze dan hebben ze de verkeerde genomen. En dan kunnen ze die morgen op school omruilen. Ze hebben toch liever niet dat ze te horen krijgen dat ze met een vreemde onderbroek thuis zijn gekomen. Nou, in ieder geval hebben ze allemaal, binnen een paar minuten, wel weer een onderbroek aan. Behalve Ben dan natuurlijk maar die heeft inmiddels al wel zijn jeans te pakken, dus die is al vast niet bloot meer. De een kijkt een beetje ongelukkig als hij zijn onderbroek aantrekt en de natte plek voelt, terwijl de ander het eigenlijk best lekker vindt. Maar ze hebben niet veel tijd meer om daarbij stil te staan. Tjabe heeft zijn broek inmiddels ook aan, terwijl de rest nog naar de juiste jeans op zoek is. Zijn T-shirt heeft Tjabe zo te pakken. Dat is eigenlijk voor niemand een probleem want dat zoeken ze elke ochtend zorgvuldig uit. Tjabe gaat vast naar beneden, om zijn moeder nog even wat vertraging te bezorgen, zodat ze niet midden in de zoektocht naar de juiste kleren de zolder op kan komen. Zijn schoenen heeft hij nog niet aan maar dat valt niet op want hij loopt heel vaak op blote voeten of op zijn sokken. Nog een geluk trouwens dat ze allemaal hun sokken hebben aangehouden, anders waren ze er helemaal nooit meer uitgekomen. Tjabe vertelt zijn moeder dat ze boven met de treintjes zijn gaan spelen. Als ze uiteindelijk ook de zolder op komt hebben ze toch wel zo'n tien minuten de tijd gehad om zich weer aan te kleden en dat is ook gelukt. De anderen hebben de natte dweil, de doos met de resterende flesjes en de nog bijna volle maatkan inmiddels in de cv-ruimte gezet. Het ziet er weer uit alsof er niets is gebeurd. Alleen de broek van Ben ziet er net iets anders uit dan anders. Er priemt een klein scherp puntje naar voren, naast zijn gulp. Hij probeert er wel zijn handen voor te houden maar dat lukt natuurlijk niet doorlopend. En juist doordat hij zo krampachtig doet valt het extra op dat zijn stijve piemeltje recht vooruit staat, en ook blijft staan. Het is Ben, en meteen de anderen ook, heel duidelijk dat een onderbroek niet allen dient om de laatste druppels op te vangen als hebt geplast, of de eerste als je weer eens te lang hebt gewacht met naar de wc gaan als je nodig moet plassen, maar dat die ook dient om je piemel een beetje in toom te houden. Door de ruwe stof van Ben zijn jeans, die nu steeds langs zijn piemeltje schuurt, loopt hij de hele tijd met een stijve rond. In het begin is hij er een beetje ongelukkig mee maar uiteindelijk went het wel en als hij er dan even niet meer aan denkt zakt die stijve toch ook weer af. Hij hoopt maar dat het Tjabes moeder niet is opgevallen. Nu ook maar hopen dat de onderbroek, die hij te nat vond om aan te trekken, zijn broek niet nat zal maken, zodat iedereen het kan zien. Hij voelt wel dat zijn been een beetje vochtig begint te worden. Ze gaan met Tjabes moeder mee naar beneden en ze gaan met het feestje door waar ze bijna twee uur geleden waren gebleven. "Jongens, bellen jullie allemaal maar je moeder op dat je hier blijft eten. Ik laat wel wat lekkere dingen komen van de chinees en van de snackbar, als vergoeding voor de tijd dat ik weg was." Ze vinden het allemaal prima. Ze hebben de tijd van hun leven gehad toen Tjabes moeder weg was en nu gaan ze nog extra lekker eten ook. Als ze bijna klaar zijn met eten komt Tjabes vader ook nog thuis en dan zitten ze nog langer te kletsen. Maar dan stuurt Tjabes moeder ze allemaal naar huis. Het wordt veel te laat en morgen moeten ze weer naar school. De volgende dag op school wisselen Hans en Rudie, zo ongemerkt mogelijk, een klein pakje met elkaar uit. Ze zijn blij dat inderdaad niemand het heeft gezien, zeker de jongens die niet bij hun vaste clubje horen en dus niet weten wat er gisteren bij Tjabe allemaal is gebeurd. Ze hebben allebei vastgesteld dat de onderbroek die ze hebben meegenomen op geen enkele manier past bij wat ze in hun kast hebben gezien. Ze hopen dat de omgeruilde exemplaren beter bij hun collectie zal passen. "Ik heb ze allemaal goed bekeken", zegt Hans, "en ze leken er geen van alle op", als ze zich onbespied weten. "Hij paste ook echt niet bij de mijne. Ik hoop, deze wel. Anders hebben we wel een probleem." Hans kijkt even goed om zich heen en ziet dat er echt niemand in de buurt is. Hij maakt het plastic zakje met de onderbroek open en spreidt hem uit op zijn knieën. "Viezerik, je hebt er eerst nog even in geplast voor je hem in het zakje deed. Er zit een heel grote natte plek in." "Ik vond het gisteren best lekker toen ik die onderbroek met die natte plek erin aantrok, dus ik wilde eerst nog wel even proberen hoe het voelde om er zelf een beetje in te plassen. Echt maar een klein beetje hoor maar het maakte wel meteen een behoorlijk grote natte plek. Daarom heb ik hem ook in een plastic zakje gedaan." "Zoals deze liggen er wel een paar in mijn kast, dus ik denk dat hij echt welk van mij is. Maar waarom zit de onderbroek die je mij heb gegeven ook in een plastic zakje?" "Omdat ik er stiekem ook een heel klein beetje in heb geplast. Ik vond het gisteren ook best lekker." Rudie pakt de onderbroek ook het zakje, vouwt hen open en houdt hem voor zich. "Ja, ga er even lekker mee zitten zwaaien. Straks komt iedereen er op af." Vlug legt Rudie de onderbroek ook op zijn schoot. Hij wil er echt geen kijkers bij hebben. "Hij is nog natter dan de mijne. En dan noem je mij een viezerik. Je bent zelf een veel grotere viezerik." "Ja, maar wel lekker. Past hij wel een beetje bij jouw andere onderbroeken?" "Ik geloof van wel." Ze pakken allebei de behoorlijk vochtige onderbroek weer in en stoppen hem in hun zak. Ik denk dat ik hem voor alle zekerheid toch maar even een beetje uitwas voor ik hem in de was stop", zegt Rudie, "als ik hem dan vannacht op de verwarming in mijn kamer hang is hij morgenochtend wel weer droog. Ray zijn onderbroek was gisteren in een dik uur weer droog. Stel je voor dat mijn moeder het wasgoed eens goed zou bekijken voor ze het in de machine stopt, dan denkt ze dat ik het in mijn broek heb gedaan. Dat vind ik nou ook weer niet nodig." "Ik stop hem zo wel in de was. Maar dan wel dat ik zelf ook nog even in heb geplast." "En als je moeder het ziet?" "Dat ziet ze niet. Mijn broertje plast altijd in bed en ik ook nog wel eens en we stoppen elke ochtend zelf alles in de wasmachine. Ze ziet alles pas als het weer schoon is." "Dat is wel handig." `Is het toch nog ergens goed voor dat ik nog wel eens in bed plas." Dan gaat de bel en moeten ze weer naar binnen. Ze zijn die dag niet meer zo erg bij de les, ze denken steeds aan het kleine pakje in hun broekzak en voelen er steeds even aan en dat leidt wel een beetje af. vochtignat@gmail.com